
De wekker gaat. Het is vroeg. Te vroeg. Met een vermoeide zucht sla ik de dekens van me af en loop op automatische piloot naar de wc, en door naar de douche. Eenmaal onder de hete stralen pak ik de shampoo fles. Jammer genoeg doe ik dit met iets te veel kracht waardoor het hele rekje van de muur dondert en alle overige flessen in de douchebak vallen. Dit voelt nu al niet als mijn ochtend. Na 10 minuten voor mijn kast twijfelen wat ik aan moet doen, kies ik voor een zwarte saaie begrafenis outfit. Even geen inspiratie. Door de motregen fiets ik naar kantoor, gooi m’n fiets in de stalling en stap de lift in. Mijn zojuist gefohnde haar plakt in slierten op m'n voorhoofd. Nu doet het feit zich voor dat ik op de 20e verdieping werk. Dat betekent dat er van -1 naar 20 erg veel potentiele stop momenten zijn waar dierbare collegae instappen, dan wel uitstappen. Op de eerste verdieping stappen 18 natte mensen de lift in, terwijl ik verdrukt in een hoekje sta. Mijn buurman staat met brute kracht in mijn gezicht in- en uit te ademen. Ik vraag me af of hij z’n tanden wel heeft gepoetst. Naast hem staat een erg gezellige en vooral positief gestemde miep van de marketing afdeling. ‘Goedemorgen allemaal, wat een weertje he?’, lacht ze ons tegemoet. Vervolgens zegt ze met een brede glimlach tegen IEDEREEN die uitstapt ‘daaag, fijne dag, werk ze he, tot ziens!!’ Dit vrolijke getjirp moet ik 15 keer aanhoren, omdat we op 15 verdiepingen stoppen. Een half uur later stap ik eindelijk op mijn afdeling uit en sluip naar mijn bureau, m’n gezicht verbergend achter een krant. Zodra ik zit komt collega D naast me staan. ‘Zo, goedemiddag, had jij de ochtend vrij genomen?’ Ik kijk snel op mijn horloge. Het is 08.50. ‘Eh ja, de lift was ook nogal druk’, mompel ik. Snel pak ik mijn waterflesje en wil naar de keuken lopen om hem te vullen. ‘Ho ho ho’, roept D me achterna. Ik kijk om. Hij zwaait met het rode DE rekje. ‘Als je toch loopt mag je best koffie voor ons meenemen’, knipoogt hij me toe. Met een zure glimlach trek ik het rekje uit zijn hand, kijk de kamer rond en roep ‘Ok, voor wie kan ik iets meenemen’? Binnen twee seconde krijg ik 10 orders naar m’n hoofd gesmeten. Een koud water, een heet water, een cappuccino met suiker, een koffie zonder suiker, een koffie met melk maar zonder suiker, een thee, een thee met melk etc. Ik gris een post-it van mijn bureau en schrijf alles gedwee op, en sta vervolgens 20 minuten lang koffie te tappen bij de DE automaat. Eenmaal terug op mijn plek, na alle koffie’s uitgedeeld te hebben (geen fooi), log ik in. D zakt in een stoel naast me. ‘Zo, jij kan chagrijnig kijken zeg!’. Ik dwing mezelf te glimlachen. Ik dwing mezelf een grapje terug te maken. Ik houd mezelf voor dat ik te allen tijden vriendelijk, positief, en gezellig moet zijn. In plaats daarvan zeg ik ‘Weet je D, ik ben gewoon niet zo’n ochtend mens. Ik drink graag eerst zelf koffie voordat ik die van anderen moet halen. Ook ga ik het liefst met een lease auto naar kantoor, in plaats van op de fiets. En als we dan toch bezig zijn, wil ik ook graag mijn eigen lift. Natte mensen stinken.’
Vriendelijk, positief en gezellig. Ik heb deze houding precies 6 weken uitgehouden in mijn nieuwe baan. But I think I just killed it…
No comments:
Post a Comment