Monday, 31 October 2011

What's in a name?


"What's in a name? That which we call a rose
By any other name would smell as sweet." – Juliet -


Dat destructieve passie in de tijd van Shakespeare kon leiden tot de meest explosieve liefdesbetuigingen weten we allemaal. Maar hoe belangrijk vinden wij een naam tegenwoordig? En dan vooral de achternaam. Hoeveel betekenis heeft deze en hoeveel waarde hechten wij hieraan? Neem bijvoorbeeld Van Aerssen Beijeren van Voshol. Dit klinkt bijna als een speurtocht die de Scouting Welpjes op jeugdige leeftijd moeten afleggen voor het behalen van extra boshut-punten. Niets is minder waar. Het is een van de namen die bovenaan de lijst van Neerlands Adelijke Families staat - bij voorbaat mijn excuses van het gebruiken van jullie naam, deze wordt enkel ter illustratie gebruikt -. Een illustratie ter verduidelijking van het feit dat lange, en vooral dubbele, achternamen vaak nogal ‘duur’ klinken. Waarom? Omdat ze expres duur moesten klinken. Dit ter onderscheiding van het burgerlijke volk dat slechts met één achternaam door het leven moest gaan. Tegenwoordig geven we een stuk minder om ‘hoe duur’ een achternaam klinkt, hoewel het in bepaalde kringen – meestal corporale – nog steeds een pre is. Maar even de corpsballen daar gelaten, mijn vraag gaat meer over hoe belangrijk wij zelf onze naam vinden. Verbinden we hier eigenwaarde aan en zo ja, moeten we daar dan aan vast houden of niet?

Mijn moeder is een ras feministe die vroeger met de Dolle Mina’s mee deed, en de zeer duidelijke keus maakte haar eigen meisjesnaam te behouden nadat het huwelijk was voltrokken. Dat dit een feministische keuze was is tot op de dag van vandaag kraakhelder, want niemand moet proberen haar te benaderen als mevrouw + mijn vaders achternaam, want dan zwaait er wat. Letterlijk. Vaak is dit een bord, een pollepel of een kop (hete) thee. Feminisme deel 1, uit mijn moeders tijdperk, was nog niet helemaal tot in de details uitgewerkt want ze staat wel elk weekend braaf mijn vaders shirts te strijken, al werkt ze doordeweeks zelf ook. Feminisme deel 2, uit mijn generatie, heeft al deze schoonheidsfoutjes eruit gewerkt. Nu wordt namelijk bijna ALLES samen gedaan. We koken samen. We wassen samen. We strijken samen. We baren nog net niet een kind samen, maar ook dat is slechts een kwestie van tijd. Er zijn een paar vlijtige onderzoekers op de wereld die proberen uit te vinden of de man deze taak ook niet een keer zou kunnen overnemen. Een onderzoek dat wij overigens uitbundig toejuichen. Waar het om draait is dat we op vrijwel elke voet gelijk zijn aan elkaar. En toch is er één onderwerp waar ik werkelijk waar nog geen één man op heb horen toegeven en dat is de achternaam. Alle mannen weigeren principieel om iets anders als achternaam te gebruiken, dan de naam die zij sinds hun geboorte bij zich dragen. Van de vrouw wordt echter verwacht dat zij a) de naam van haar man aanneemt b) een combi tussen haar eigen naam en die van haar man aanneemt of c) haar eigen naam houdt. Alle drie de opties zijn zowel mogelijk als maatschappelijk geaccepteerd. Mocht een vrouw voor optie a of b kiezen, dan is het overigens wel wenselijk dat er na echtscheiding weer terug gegaan wordt naar de meisjesnaam. Zo blijft het publiek geüpdate over de huidige echtelijke staat. Toch kan dit nogal wat verwarring creëren. Zo zag ik laatst in ons interne bedrijfskrantje een vrouwelijke collega staan die opeens een andere achternaam had. ‘Ach wat leuk, is ze net getrouwd?’, riep ik enthousiast uit. ‘Eh nee, ze is eh… ze is eigenlijk net gescheiden’. Fijn dat je midden in de ijstijd van je leven zit, en IEDEREEN het weet doordat je businesscard, email adres etc allemaal gecorrigeerd moeten worden voor je nieuwe oude achternaam. Kortom; eigenlijk is het veel handiger om gewoon je meisjesnaam te houden. Dan blijft het ten minste overzichtelijk. Jij bent wie je bent, en dat blijf je ook. Alsof je zomaar de naam die je al decennia draagt weg zou gooien! Nee, wij vrouwelijke dertigers staan liever met z’n alleen de karaoke versie van You Don’t Own Me te zingen, in plaats van een middag op het stadhuis te zitten om onze naam te veranderen. Wij houden vast aan onze meisjesnaam. En toch. Als we het dan over ‘handig’ hebben, is ook dit niet altijd de beste uitkomst. Vroeger belden mensen wel eens naar ons huis op en dachten verkeerd verbonden te zijn omdat mijn moeder met afwijkende achternaam op nam. Conclusie; welke naam dan ook, beiden opties schepping verwarring!

Even terug naar de basis. De hele namenkwestie gaat natuurlijk niet over wat handig is. Vroeger was het een verduidelijking van ‘zij hoort bij hem’. Nu willen we dat allemaal niet meer want als we al ergens bij horen in dit tijdperk van individualisme is het vooral bij onszelf. Persoonlijk vind ik het eigenlijk wel mooi als je in plaats van alleen bij jezelf, ook een beetje bij elkaar hoort. Gooi het in de mixer, spice it up with a touch of salt, en voíla: we hebben een prachtige achternaam voor zowel Man als Vrouw. (of Man & Man, of Vrouw & Vrouw, want we zijn Nederlands DUS openminded over ALLES). En het mooie is dat als je dit doet je kinderen de achternaam van beiden ouders hebben. Dat is toch best een aardig en leefbaar concept? Ik vond in ieder geval van wel, en gooide dit discussiepunt eens in de groep. De tegenpartij had hier toch een ietwat andere kijk op. Het antwoord was een luid en volmondig NEEN. Ab-so-luut geen sprake van! Wat dacht ik wel niet? ‘Nou… ik dacht dat het zo Leuk, Lief en Romantisch zou zijn als we dan een beetje van elkaar zijn. Dat dacht ik. Maar dat is kennelijk niet wat jij denkt.’ Naarstig op zoek naar verdere argumenten bedacht ik er één die ik beter achterwege had kunnen laten. ‘Wist je dat Wesley dat ook heeft gedaan, die dubbele achternaam? Ja echt, hij heeft nu ook de naam van Yolanthe’. Kennelijk was het niet zo handig om Wesley Sneijder-Cabau als vergelijkingsmateriaal te gebruiken want dat viel al helemáál niet goed. Nee, ik moest echt even goed luisteren. Als we überhaupt ooit al zouden trouwen – en daar wordt nu ernstig over getwijfeld – dan mocht ik best ook zijn naam hebben, maar omgekeerd zou dat Never Nooit Niet gebeuren. En als ik daar niet mee kon leven dan moest ik maar verder gaan zoeken naar een Slappie Harrie die wel zo gek was om hier mee akkoord te gaan. End of Story

Dat dit een vraagstuk is waar menig intellectueel zich over gebogen heeft mag duidelijk zijn. Denk aan de Montagues en de Capulets. William Shakespeare vroeg het zich ook af. What’s in a name? Nou William, ik durf er mijn vinger niet precies op te leggen maar het antwoord is zondermeer: A lot.

Wednesday, 26 October 2011

Kamperen (op Beursplein)


We zijn allemaal boos. En zij hebben het gedaan, die Gierige Bankiers. Zij hebben ervoor gezorgd dat wij ons pensioen kwijt zijn, langer moeten doorwerken, onze baan zijn verloren en alle sociale zekerheden duurder zijn worden. En daarom gaan we nu en masse naar Beursplein. Hopla! Pak je tent, je slaapzak, je tandenborstel en regenjas en doe mee! Protesteer! Kom op voor je rechten! Laat je stem horen! Al ons geld is gejat en het is HUN schuld.

Dames. Heren. Sta mij toe om hier een kleine reflectie op te geven.

Being a banker myself, wil ik best toegeven dat ‘sommige mensen’ er een potje van hebben gemaakt. Absoluut, 100% waar. Maar of midden in de stad kamperen de oplossing is…? Gezond is het met dit Hollandse pis weer zeer zeker niet. Dat gezegd hebbende, laten we even terug gaan naar de kredietcrisis in een notendop. Een tijd geleden, toen alles nog goed ging, zijn er allerhande hypotheken verstrekt aan mensen die dat helemaal niet konden betalen. Erg slecht van de bankiers, die hadden immers beter moeten weten. Maar hoe zit het met de consument? Zijn die allemaal te simpel om het laatste rekeningafschrift erbij te pakken en te concluderen dat ze dat huis maar beter niet konden kopen? Moeilijk argument, want de consument werd overtuigd van het feit dat huizenprijzen alleen maar konden stijgen. De hypotheek afbetalen zou geen probleem moeten zijn. Min één voor de Bankiers, want Slecht Advies. Vervolgens werden al deze hypotheken verpakt in gecompliceerde producten, en werd het risico doorverkocht. Min twéé voor de Bankiers, want Onverantwoordelijk. Toen de huisprijzen stagneerden viel dit Huis van Kaarten in elkaar en ontstond er een domino effect waardoor banken het vertrouwen in elkaar verloren en de geld kraan (bijna helemaal) dicht ging. En dat, jongens en meisjes, vind helemaal niemand leuk. Geen geld voor banken betekent geen leningen voor de consument. Geen leningen voor de consument betekent een afremmende economische groei en een lege portemonnee. Winkels blijven leeg, de omzet daalt en er wordt minder winst gemaakt. Gevolg: gedwongen ontslagen. Zonder baan en loon heeft de consument geen geld. En dat is jammer, want Henk & Ingrid die 10.000 Euro hadden geleend om het nieuwe geplastificeerde bankstel te kopen, kunnen die lening nu opeens niet meer terug betalen. Maar de pijn blijft niet bij alleen Henk & Ingrid. Ook Vader Overheid krijgt er stevig van langs. Banken in Europa gaan gebukt onder grote verliezen. Om de crisis in te dammen werden – en worden - banken gered en genationaliseerd, waardoor de schuld van de overheid stijgt. En niet elk land kan dat aan, waardoor we aankomen op punt Nu. Een hoop landen die samen de Europese Unie vormen, houden de marionetten touwtjes angstvallig strak omhoog, zodat er niemand onderuit zal gaan. De vraag is alleen hoe sterk deze touwtjes zijn, en hoe lang ze het volhouden.

Tijdens het afspelen van dit scenario sneaken bankiers met dik gevulde zakken door de achterdeur naar buiten. Incognito en met snelle mars lopen ze naar hun private jet om naar een Verweggistan Eiland te vliegen ergens in de Atlantische Oceaan. Daar aangekomen wordt de kaviaar geserveerd met een glaasje bubbels, en vertoeven ze nog lang en gelukkig met elkaar in Lui Lekker Land. Crisis? Never heard of!

Iedereen die denkt dat dit de werkelijkheid is; zet je tent maar op! Je vrinden op Beursplein zullen je een warm welkom geven. De overige menigte die deze problematiek ietwat genuanceerder wil bekijken, lees vooral door.

Ja, er zijn nog steeds bankiers die gigantische bonussen krijgen en nee dat is niet helemaal fair. Maar een Unox worst boven een fikkie roosteren op Beursplein gaat het verschil echt niet maken. Het is een beetje makkelijk om alles maar bij de bankier neer te leggen. Wat dachten we van de Overheid? Wat dachten we van de Rating Agencies? Wat dachten we van de Accountants en Controllers? Die hebben allemaal bijgedragen aan de situatie waar we nu in zitten. De bankier heeft OOK geboet. De bankier is ook maar een mens die nu, net als iedereen, langer moet blijven werken. Die nu ook een hogere zorgpremie en een hogere pensioen premie moet gaan betalen. Die boventallig is verklaard of ontslagen is. Voor elke bankier waar ‘De Massa’ zo’n hekel aan heeft, zijn er minstens 1000 die bij de grote banken van Nederland keihard aan het werk zijn om deze economie weer op de rit te krijgen. Die allemaal aan het strijden zijn voor hun klanten, laat staan de bank waar ze voor werken. Ook zij hebben zich moeten aanpassen. De leningen die HIER worden vertrekt moeten de bedrijven van Nederland ondersteunen in hernieuwde groei. Groei waar het grote publiek van gaat profiteren omdat het de werkgelegenheid een stimulans gaat geven. Economische groei zorgt voor geld in het laatje van IEDEREEN. Het zorgt voor een stijgende beurskoers. Voor dalende inflatie. Voor een beter resultaat bij de pensioenfondsen. DAT is wat ons land nodig heeft. Waar halen al die mensen op Beursplein überhaupt de tijd vandaan om dagen lang te gaan kamperen naast de Bijenkorf? Moet er niet gewerkt worden? Of mag ik dit onderwerp als bankier zijnde nou weer niet aansnijden?

De hele bonus discussie is een moeilijk onderwerp. Uiteindelijk zijn we namelijk allemaal mensen. We willen allemaal een goed salaris. Daar gaan we voor naar school. Daar hebben we jaren lang hard voor gestudeerd, gevolgd door talloze stages, studiegerelateerde activiteiten en sollicitatie rondes. Daar werken we 5 dagen per week voor. En vaak meer dan 40 uur. Als ik de kans krijg om iets meer geld te verdienen dan pak ik die graag aan. Moet ik me daarvoor schamen? De salarissen die in de bankensector worden verdiend, krijgen de advocaten, accountants en consultants van deze wereld net zo goed. Die paar mensen - en op de gehele bankpopulatie in NL is het echt maar een klein percentage – die nog steeds een uitzinnig hoge bonus krijgen mogen wat mij betreft best aangepakt worden. Maar maak er dan een wet voor, dan is al dat gezeur meteen afgelopen. In een ziekenhuis is het toch ook de chirurg die de zieke patiënt opereert? Het zou raar zijn als de patiënt dat zelf zou moeten doen. Misschien kan het compensatie systeem van een bank beter wettelijk bepaald worden, in plaats van door de bank zelf. En ja, het gemiddelde salaris in deze sector is hoog. Niet alleen dat van de bankier, maar van alle andere eerder genoemde beroepen. Dat is a) geen nieuws meer en b) niet waar deze discussie over zou moeten gaan. Met ons sociaal democratische stelsel komt een heel groot deel van dit salaris netjes bij de overheid terecht. Hier kan de rest van Nederland met minder geluk, minder IQ en minder gunstige omstandigheden heel fijn uitkeringen van trekken.

Dit is geen Londen, dit is geen New York, dit is gewoon Nederland. En hier valt het allemaal echt wel mee. Dus houd op je te gedragen als een opgejaagde schapenkudde. Ruim je tent op en ga naar huis. Daar slaap je waarschijnlijk veel beter en loop je bovendien geen bronchitis op. Je hebt vast een baan waar je je hoofd weer moet laten zien, en als je die niet hebt hoop ik dat je hard aan het solliciteren bent om er weer een te krijgen. We doen allemaal mee met een systeem. Een systeem dat is geboren bij Adam Smith, en waar de wereld zoals we die kennen door draait. Is het een goed systeem? I honestly don’t know. Maar dat is een andere discussie, voor een andere keer. Dit keer wil ik alleen even een hart onder de bankiers riem steken. Ze staan dan misschien 2-0 achter, enige nuance is niet misplaatst.

Wednesday, 12 October 2011

Kastanjepoppetjes


Omdat het zo fijn is om een meedenkend publiek te hebben, schrijf ik dit stukje ter ere van jou A.N. Haar tip voor een volgend stukje was kastanjepoppetjes. En hoe moeilijk het is, in deze tijd van het jaar, de natuurlijke drang om ze te maken, te negeren.

Twee weken geleden hadden we een prachtig herfstweekend in Amsterdam. Er stond een waterig zonnetje, de hemel was blauw en het was eigenlijk al net iets te koud. De lucht rook naar aarde, nat gras en rotte bladeren en fietsers om je heen begonnen al een rood neusje te krijgen. Terwijl ik door het Vonderpark slenterde, zag ik ze liggen op de grond. Kastanjes. Mooie, ronde, glanzende kastanjes. Ze deden me acuut denken aan de ‘herfstbak’ die je met de hele klas moest samenstellen op de basisschool. Wat een absolute toptijd was dat toch. ’s Ochtends werd je wakker gemaakt, je kleren lagen klaar, dubbele boterham met pindakaas als ontbijt. Op school moest je een beetje leuk meedoen, maar erg serieus was het nou ook weer niet. Ik weet nog dat ik uren bezig was mijn gum donkerblauw te kleuren met m’n vulpen. Ontiegelijke kliederbende. Spelen op het plein in de pauze, terwijl je het door je moeder geprepareerde lunchpakket rustig kon verorberen. Spelen ‘tussen-de-middag’ bij een vriendinnetje. Nadat je één boterham hartig en één boterham zoet op had. Na school een paar keer de tafel van 4 opdreunen, en weer verder spelen tot het Klokhuis om 6 uur. Knikkeren, flippo’s sparen, boomhutten bouwen, de jongens tikken de meisjes. Wat een glorieuze tijd van totale onverantwoordelijkheid en onwetendheid.

Kastanjes doen me denken aan regen, terwijl je binnen met warme choco zit. Op de bank, met je knuffel. Hangend op een kussen dat naar mama’s parfum ruikt. Telekids kijken. P en Trut van Villa Achterwerk. Sinterklaas die er bijna aankomt. Zwarte Piet die misschien wel heeft gezien dat jij je kleine zusje per ongeluk expres een mep gaf toen ze niet meteen je barbies terug gaf. Oops. Ik heb niks gedaan mam, echt niet hoor… Met opa en oma in het bos lopen en verstoppertje spelen. Plastic zakje met dropjes in je jaszak – voor onderweg - . Een Glorieuze Tijd.

Terwijl ik mijmerend doorgelopen ben is mijn blackberry alweer op volle toeren aan het knipperen. Oh ja, vriendin komt eten, moet boodschappen doen. Ook nog even langs postkantoor en stomerij. Shit, witte was zit al hele dag nat in de machine. Eigenlijk ook nog even hardlopen want word oud en verlept. Morgen alweer maandag. Om 6 uur opstaan, nog even studeren voor ubersaaie finance cursus en dan hele dag werken tot hersenpan wederom grauw en uitgewrongen aanvoelt. Uitgeput naar bed. Zonder verhaaltje.

Kom maar op met die kastanjes en de satéprikkers. Paar uur poppetjes prielen lijkt me heerlijk.