Je hoort wel eens dat mensen steeds meer op elkaar gaan lijken, naarmate ze langer bij elkaar zijn. Zo schijnen baasjes zelfs op hun eigen hond te gaan lijken. Zo ook bij mensen. Niet alleen de uiterlijke kenmerken convergeren, maar vooral de manier waarop men in het leven staat wordt verkleind van 2 meningen, 2 idealen, 2 persoonlijkheden naar 1. ‘Wij vinden dit en dat. Wij kunnen komend weekend niet BBQ-en. Wij hebben een hekel aan de PVV. Wij snappen niet waarom de buren die k*t boom niet eens fatsoenlijk snoeien.’ Je hebt bijna het lef niet meer om op te staan, je bestek op tafel te smijten en ietwat bevend te roepen ‘toevallig, eh.. toevallig vind IK dat wel een prachtige boom, en voor mij, ja, wat MIJ betreft hoeft ie helemaal niet gesnoeid te worden’. Naar de buitenwereld toe verandert de ‘ik’ in een ‘wij’. Maar hoe zit dat in een relatie zelf? Hoeveel van jezelf blijft van jou, en wat dien je allemaal wel en niet te (moeten) delen?
In den beginne doen we ons allemaal voor als de grappigste, leukste en meest aantrekkelijkste versie van onzelf. Dit heet de paringsdans. Benen worden dagelijks geschoren, nagels gelakt, we slapen MET make up op, poetsen snel onze tanden voordat hij/zij ook wakker wordt en vinden het absoluut geen probleem om vervelende huishoudelijke klusjes te doen (lees boodschappen doen, afwassen, stofzuigen, strijken e.d.). Langzamerhand versoepelt dit proces en gaan we ons gedragen als onszelf. Dat betekent vaak met een paar milimeter langer haar dan wenselijk, hier en daar een afgebeten nagel, ongewassen haar, en soms een chagerijnige snauw in plaats van de meer wenselijke freedent smile. En toch blijven er dingen die je voor jezelf wilt houden. Of je nou 2 maanden of 2 jaar bij elkaar bent (of 2 decennia, maar daar heb ik nog geen ervaring mee dus daar durf ik niet over te oordelen).
Met stip bovenaan op dit lijstje: Naar de wc gaan. Ik heb hier uitgebreide en omvangrijke discussies met mijn vriendinnen over gevoerd. Het feit doet zich namelijk voor dat mijn vriend een badkamer, met wc, ZONDER deuren heeft. En dat dit ‘kamertje’ zich om de hoek van zijn bed bevindt. Hulde aan de voor-oorlogse architecten van het historische Amsterdam! Misschien dat jullie de urgentie hiervan nog niet helemaal door hebben, dus laat ik ter illustratie een vertederende situatie schetsen: Schatjelief heeft lekker Indonesisch gehaald, wat jij heel braaf naar binnen werkt en heerlijk zegt te vinden (ookal kan je ABOSLUUT niet tegen spicy food en krijg je hier een acute spastische darm van). Eenmaal bordje op, veeg je de zweetdruppels van je hoofd af, gooi je een halve liter water achterover en probeer je geconcentreerd het rommelen in je buik te negeren. Of ik ook nog een espresso en een sigaret wil? Nee dank je feestelijk, doe maar een kopje kamille thee. Naar de wc gaan is namelijk geen optie, althans niet voor mij. Niet als alles te horen, te zien en God bewaar me; te ruiken is. Is dat nou heel moelijk te begrijpen of zijn er meerdere trouwe metgezellen in de wereld die OOK van mening zijn dat er echt geen upside zit in dit soort rituelen met elkaar delen?! Echt, ik wil alles delen, ik wil mijn ziel bloot op tafel leggen en mijn diepste geheimen en angsten onthullen, maar die paar minuten per dag op de plee, die zijn gdvdmm gewoon van mij en dat blijven ze ook. WIJ zullen nooit naar de wc gaan. Nee, IK ga naar de wc. En daar hoort een deur voor. Die op slot kan!
No comments:
Post a Comment