Thursday, 6 September 2012

De Feedback Sessie


Het is heel fijn om in een team te zitten waar men de ‘persoonlijke ontwikkeling’ belangrijk vindt. Hoe kritischer iedereen op zichzelf is, hoe beter we leren omgaan met onze valkuilen. Hoe meer we ‘in onze kracht’ zitten, hoe sterker het team zal zijn. Ik was het hier roerend mee eens, en nam me voor de kritiek juichend in ontvangst te nemen. Nou ja, ‘kritiek’ mogen we het niet noemen he? Nee dat klinkt zo negatief. Feedback. That’s the word.  En zo brak de dag aan dat mijn collega’s mij schoorvoetend hun briefjes gaven waar mijn valkuilen op geëtaleerd stonden. Ik was de avond daarvoor expres vroeg naar bed gegaan en had geen druppel gedronken. De kans dat ik onverhoopt in huilen uit zou barsten moest zo veel mogelijk beperkt worden. Daar was het dan. De lijst van de oh-zo-bekende ‘minder leuke punten’: te assertief, extravert, te aanwezig, dominant, soms zelfs ‘bedreigend. Nou nou.. ze hadden me wel snel door na slechts een paar maanden. En dan te bedenken dat ik m’n best heb gedaan om ‘immer plezant’ over te komen… Mission failed. De boodschap was duidelijk;  ik moest mijn ruwe randjes wellicht wat meer bijschaven. 

De daarop volgende dagen was ik het Zonnetje In Huis voor mijn collega’s. Ik haalde voor iedereen koffie (sociaal), vroeg de hele afdeling of ze mee wilde lunchen (verhoging zichtbaarheid), offerde een half uur van m’n tijd op om te luisteren naar een verhaal over een collega’s verdwenen kat (empathie), had alle k-klussen al af voordat iemand erom moest vragen (proactief), en dacht vóór het geven van mijn mening na over hoe het geformuleerd moest worden (politiek correct). Alles liep op rolletjes, iedereen was blij, eindelijk hadden ze de lieve zachte kant van mij gezien. Ze wisten wel dat die ERGENS zat! Ik glimlachte bij het ontvangen van deze lovende reacties, pakte aan het eind van de dag mijn tas en fietste naar huis. Eenmaal daar viel ik mijn vriend huilend in de armen en vertelde proestend en snuffend wat voor slopende dag ik had gehad. Ik moest een andere baan, ik wilde nooit meer terug, dit was niet te doen! Ik kreeg een aai over m’n bol, een kopje thee met honing en hoorde hem bijna onhoorbaar fluisteren ‘hoor je het ook eens van een ander’. ‘Wat zeg je lief?’, vroeg ik. ‘Dan zoeken ze toch lekker een ander?’, zei hij blozend. ‘Je moet je niet zo gek laten maken, wees gewoon jezelf pop’. 


Hmmm. Hoe noemen ze De Feedback Sessie voor je privé leven? Relatie Therapie?   

Friday, 17 August 2012

Langdurig in de rust-stand


Gisteravond was ik, zoals gewoonlijk, het 8 uur journaal aan het kijken. Even checken wat de status van Estelle en Badr Hari was, altijd interessant. Afgezien van Badr, en zijn nieuwe sport ‘skyboxen’, waren er twee andere headlines die avond: Emile Roemer (aan wie ik geen woord ga wijden) en de werkeloosheid in NL – meer dan een half miljoen werkelozen, hoogste niveau in 16 jaar -. Om alle werkelozen bij te staan krijgen zij een uitkering. Voordat mijn ondertoon al te negatief wordt, wil ik voorop stellen dat ik vóór een goed sociaal draagvlak ben. Hardwerkende mensen die in een ongelukkige situatie belanden moeten vooral (tijdelijk) bijgestaan worden, totdat ze alles weer op de rit hebben. Ik heb vooral moeite met de uitkeringsgerechtigden die de maandelijkse WW-storting als een soortement salaris van de overheid zien, met als enige tegenprestatie ‘bankhangen & chillen’.

RTL4 presenteerde gister een intrigerend stukje statistiek m.b.t de WW-ers:
- 75 % weigert een baan waarin men geen zin heeft
- 55% wil beduidend meer verdienen dan de hoogte van de uitkering
- 50% wil geen tijdelijk werk maar een vaste baan
- 49% wil werk dichtbij huis en wil dus niet reizen

Ja, daar wordt je inderdaad even stil van. Het is nogal een eisenpakket. Volgens mij wil namelijk iedereen een baan waar men ‘zin’ in heeft. Na een snelle rondvraag kom je er echter snel genoeg achter dat er heel veel mensen zijn die werk doen waar ze nou niet per se passie voor voelen. Meer willen verdienen dan een uitkering is intuïtief nog te begrijpen. Ik zit overdag ook liever op een terras, dan op een arbo-aangepaste bureaustoel, met dezelfde inkomsten. Maar hoe zit het dan met zelfrespect, een gevoel van trots? Je wilt zelf toch liever een bijdragend persoon zijn, dan een luie parasiet? Een tijdelijk contract is kennelijk ook niet goed genoeg. Jammer, we bevinden ons namelijk ook nog eens in een tijd dat het aantal flex contracten stijgt. Waarom? Omdat bedrijven in onzekere tijden zichzelf geen strop willen omdoen door vaste contracten te verstrekken. Werknemers ontslaan in NL is namelijk niet zo makkelijk. En reizen voor je werk, tja… Ik begrijp dat mensen die in Groningen wonen niet ingaan op een flexibel contract voor een baan in Maastricht. Toch mag ook hier meer gepushed worden. We wonen in een van de kleinste landen ter wereld, in andere werelddelen reist men gerust een uur heen en terug voor een baan. Wat me het meest irriteert is dat deze eisen kennelijk accepté zijn, en gemeentes nu (via de media) aangespoord moeten worden om eens wat meer te gaan nek-hijgen. Er achteraan zitten is blijkbaar niet vanzelfsprekend. Ook al bekleed ik geen politieke functie, toch ga ik bij deze een klein voorstel doen inzake de WW-uitkeringen: Eerste jaar WW uitkering wordt gebaseerd op je laatst verdiende salaris, op z’n minst het minimumloon. Elk jaar daarna daalt de uitkering met 10%, zodat werken weer interessanter wordt. Ook banen waar men ‘minder zin in heeft’. Er moet wekelijks 3 keer gesolliciteerd worden, waarvan bewijs ingeleverd dient te worden. Zowel voor flex plekken, als voor banen met max 1 uur reistijd. Als dit bewijs er niet komt, dan krijg je die week geen geld. Het leven kan zo simpel zijn.

Focus je hier maar eens op Emile Roemer. In plaats van de belastingschijven nog verder te verhogen. You idiot.

Wednesday, 15 August 2012

Los bij de Etos!

Een gevoel van weldaad overspoelde me. Alsof ik net de loterij had gewonnen. Ik bukte, pakte beide plastic tassen stevig vast, en liep met opgewekte tred de winkel uit. De laatste paar weken waren vermoeiend geweest. En vooral niet goed voor mijn portemonnee. Naast het hebben van alcohol verslaafde vrienden die mijn nachtrust en lunchgeld ontfutselen, was ik in de uitverkoop natuurlijk ook ver buiten mijn boekje gegaan. Het resultaat was een paar hooggehakte stiletto’s die mijn collega’s genoeg afleiding gaven van mijn afgebeten nagels en donkere wallen. Alleen mijn raspende stem wekte het vage vermoeden dat ik in het weekend de bloementjes weer eens goed had buitengezet. Ergens voelde ik me trots dat ik de Amsterdamse horeca een goede oppepper had gegeven in deze barre economische tijden, maar erg vrolijk werd ik niet van mijn donkerrode bankrekening. Nee, er moest nu ECHT iets veranderen… Ik presenteer u de oplossing: Drogisterijketen Etos. De Etos is in een enorme prijzenstrijd verwikkeld en wil boven alles marktaandeel van de Kruidvat stelen. Gevolg; eens in de zoveel weken zijn bijna ALLE producten 2-voor-de-prijs-van-1. En dat is nou net het moment waarop ik langs liep. Eenmaal binnen kwam de kostenbewuste huisvrouw in mij naar boven, waardoor ik nu trotse eigenaresse ben van dubbele hoeveelheden shampoo, conditioner, deo, tandpasta, tandenborstels, bodylotion, haarlotion, voetenlotion, nagellakremover, mascararemover, dagcreme, nachtcreme, antirimpelcreme etc. Genoeg voor 10 man. Een héél jaar lang. De caissière was een half uur bezig met alles scannen. Vol spanning keek ik naar de optelsom van de rekening. De rode lettertjes flitsten omhoog. 60, 70, 80 euro. De dure elektrische opzetborsteltjes moesten nog komen… Het uiteindelijke bedrag shockeerde me; ik had voor 120 euro aan verzorgingsartikelen voor me staan. Met één druk op de knop werd dit echter onmiddellijk gehalveerd naar 60 euro. DIT is wat men noemt ‘twee vliegen in 1 klap’: 1) Ik had net 60 euro verdiend (ja, zo moet je er dan wel naar kijken) en 2) geen kroeg in de buurt zou mij de komende week nog uit m’n badkamer, a.k.a. personal spa, krijgen. Eindelijk nachtrust waarin al die fantastische serums hun engelenwerk kunnen doen, en ik overdag weer kan shinen als nooit tevoren. Etos, I like.

Tuesday, 14 August 2012

Vijftig tinten Jammer

Ach, het was ook wel weer tijd voor een nieuwe ‘literaire’ hype. Maar dat het in deze categorie moest vallen, is op z’n zachtst gezegd jammer. Fifty Shades of Grey, voor de minder internationaal onderlegde lezer ‘Vijftig tinten Grijs’, staat alom bekend als Mommy Porn, en wordt wereldwijd verscheurd door opgedroogde huisvrouwen, in search of passion. Ook ik was in eerste instantie geprikkeld; een erotisch boek voor vrouwen, gebaseerd op bondage… Mijn nieuwsgierigheid overwon, het was het proberen waard! Gelukkig voelde vriendin B uit Londen dit feilloos aan, en ik kreeg het boek in mijn schoot geworpen. Amper 2 hoofstukken verder ben ik er nu al klaar mee. Een woest aantrekkelijke gelikte vent van 27; baas van een miljarden imperium? Come on… En dan de ‘holy virgin’ die zich welwillende in de touwen en blinddoeken laat hijsen? Didn’t think so. Naast het feit dat de hoofdpersonen nogal ongeloofwaardig overkomen vind ik het een TOTAL TURN OFF dat letterlijk alle vrouwen dit boek lezen. Van wc-dames op Centraal Station, tot moeders met een dubbel-decker bugaboo gevuld met lieflijk babyvet. Mensen waarvan je helemaal niet wilt dat zij zo’n boek lezen. Ik zat laatst op een terras in Amsterdam toen een moeder naast mij 55 werd en dit boek van haar dochter cadeau kreeg. Eh… iieeewllll? ‘Hey mam, volgens mij doen jij en paps het niet vaak genoeg, laat ik je daarom wat bondage inspiratie geven zodat jullie getweeën weer lekker van bil kunnen gaan’. Misschien is het boek nog niet eens zo slecht (als leg ik het elke keer na 3 pagina’s weer geeuwend weg), maar vooral the buzz eromheen maakt het tot een boek waar je verre vandaan wilt blijven. Ik word al dagen geteisterd door banale dromen over onze receptioniste die dit boek genoeglijk en met rode konen aan het lezen is. Visueel ingesteld zijn kan soms ronduit tergend zijn.

Friday, 29 June 2012

Wees toch lekker jezelf!

Daar zat ik dan. De tranen stroomden over m’n wangen terwijl ik mijn uiterste best deed om professioneel te blijven kijken. Snel met m’n handpalm die stroom aan emoties van m’n wang vegen. Gelukkig zat ik in een klein kamertje, zonder ramen, met slechts 1 collega tegen over me. Minimal damage was done. Nadat hij zich verontschuldigde voor het feit dat hij geen zakdoekjes bij zich had, zei hij; ‘Dit is juist goed. Dat je nu breekt. Laat het maar even gaan’. Mannen met een grote dosis HR-gevoeligheid, daar wordt ik meestal achterdochtig van. ‘Het gaat prima, het is niks. Ik ben gewoon even gefrustreerd. Laten we doorgaan’. Maar dat gingen we niet. Janken op de werkvloer is not done. Dus moet er even diep gegraven worden naar de oorzaak, zodat deze in het vervolg vermeden kan worden. ‘Weet je wat jouw probleem is?’, ging hij daarom verder. ‘Je moet gewoon eens lekker jezelf zijn. Je bent je veel te veel aan het inhouden. Alsof je een ander persoon in je prive leven bent, dan op je werk. Dat is niet goed, dat houdt je niet vol. Niemand verwacht dat jij altijd vrolijk bent. Je mag best eens even flink kritiek leveren, schelden op systemen, of even je kont in de krib gooien. Kap eens met lief en vrolijk glimlachen als je je zo niet voelt.’ Straks ging hij z’n psychologische analyse nog bij me in rekening brengen… Ik besloot er niet tegen in te gaan, en meegaand te knikken. Ja, hij had gelijk. Nee, ik zou het niet meer doen. Na een paar diepe ademhalingen mompelde ik er nog een bedankje achteraan, en liep weer terug naar de werkvloer. Daar gaf een andere collega me een hoofdknik en gebaarde me naar zijn bureau te komen. ‘Lieke luister. Niet om het een of ander, maar misschien moet je wat meer op je lichaamstaal letten. Iedereen weet dat je het druk hebt, maar dat zuchten en steunen achter je computer… daar wordt niemand vrolijk van. Probeer die glimlach vast te houden. Ja? Top. On we go’.

Tuesday, 5 June 2012

Made in China?



Laten we eens praten over de Chinese Way of Living. Ik vraag me af waar die miljoenen mensen, aan de andere kant van de wereld, hun ‘joie de vivre’ uit halen... Een dergelijk vraagstuk heeft grondig marktonderzoek nodig. En dus begaf ik mij op internet om wat meer informatie te vergaren over deze tamagochi-lovers. Het antwoord op de vraag was uiterst simpel: Chinezen vinden alles prima, worden overal gelukkig van, zolang het maar DUUR is. Onlangs vertoefde ik een aantal dagen in Bella Italia en was met stomheid geslagen toen ik hoorde dat Los Chinos jaarlijks proberen om de halve - zo niet de hele - productie van de beste italiaanse wijnhuizen op te kopen. ‘Sir, we want your wine. Yes please, you sell us all your wine. Yes?’ Niet omdat ze zo van wijn houden (daar zijn de door-Mai-Tai-aangestaste smaakpapillen al door verpest), maar, inderdaad, omdat het duur is. Ik werd bijna misselijk toen ik hoorde dat de beste Barolo’s on the other side vermengd worden met niks minder dan FANTA! Zie hier: De Chineze Sangria.
Andere artikelen die goed in de smaak vallen bij Wei Yang en Tjing Pung zijn de Luxury Goods. Louis Vuitton, Gucci, Hermes, Chanel. They want it all. Hoe hoger de prijs, hoe harder ze gaan rennen. Wat is nou het geval? Al deze dure tasjes en kleertjes worden extreem hoog getaxeerd in Sweet China. Dus onze vrinden springen gewoon op de eerste de beste Cathay Pacific flight, en gaan direct door naar de Champs Elysees. Maar niet voor de Franse shopping experience, voor dat romantische geleuter is geen tijd. Ze stappen een winkel in, en kopen de hele collectie op. 'I pay with cledit cald sir, yes?' Tom Ford en Karl Lagerfeld organiseerden een Crisis Meeting met de andere Haute Couture Designers en besloten de prijzen te verhogen. Bij de meeste merken met zo’n 10%, maar bij Chanel zelfs met een whopping 30% per jaar. Voor de gegoede westerse middenklasse is zelfs dit te gortig. In principe zorgt Chinese productie voor een prijsdaling, hier vind echter het tegenovergestelde plaats. Putain de Merde.
Dus lieve mensen, sta elkander bij in deze tijden van crisis, van economische malaise. Want als die clutch van Chanel al een onbereikbare droom was doordat je net je baan bent verloren, kan je er nu al helemaal naar fluiten. En wen ook maar meteen aan de hoofdpijn die je krijgt van die flutwijntjes. The Good Stuff hangt al lang in een Cargo ship ergens boven Rusland, op weg naar Beijng.

Thursday, 3 May 2012

Generation Next

De laatste tijd zit ik een beetje te tobben over mijn generatie: Generatie Y. Aanleiding hiervoor was een gesprek met een vriendin die haar moeder stelselmatig niet meer vertelt wat ze in het weekend doet. Waarom niet? ‘I wanna avoid the complicated discussion.’ Er is zo ondertussen een behoorlijk gat ontstaan tussen deze twee generaties, wat veelal leidt tot onbegrip. Laat ik het op mezelf betrekken. Ik nader de 30, en woon samen. Allebei hebben we een ‘solide baan’. Klinkt al vrij saai toch? Guess again! Wat doen we met ons salaris? We gooien alles over de balk. Wat doen we in het weekend? Zuipen en feest vieren. Waar denken we absoluut nog niet aan? Kinderen of andere ‘assets’ die in al te veel verantwoordelijkheid resulteren. In feite zijn we nog steeds studenten. Het enige verschil is dat we de IB-groep nu terug betalen in plaats van leegtrekken. We lezen wat vaker de krant, en van maandag t/m vrijdag doen we ons uiterste best om professioneel en serieus over te komen. Gaat nogal moeilijk als je de week zonder stem en met gigantische wallen moet beginnen. En dit geldt alleen voor degenen die werken. Er zijn er ook genoeg die de handdoek alweer in de ring hebben gegooid, op zoek naar een hedonistische manier van leven zonder Corporate Pressure. We doen ons uiterste best om het ‘volwassen worden’, zoals dit gedefinieerd wordt door onze ouders, zo ver mogelijk buiten de deur te houden. Makkelijk zat als je in Amsterdam woont en meedoet aan de Social Media gekte. Op vrijdag wordt stipt om 17:00 je WhatsApp plat gegooid met verzoekjes tot ‘een borreltje’ die zowel op vrijdag als op zaterdagavond moeten eindigen in één van de oh-zo-bekende tenten in de buurt van Leidseplein. En als je zo stom bent om op Facebook vrienden te worden met collega’s ben je de rest van het weekend bezig om jezelf uit allerlei genante foto’s te untaggen, Maandag vroeg mijn collega wat ik het weekend had gedaan. Ik antwoordde ‘ach beetje opgeruimd, boodschappen gedaan, koffie drinken met oma. Zoals altijd. Yeah right… Ik blijf me afvragen: Hebben we een nieuwe definitie voor ‘burgerlijk’ uitgevonden, of zijn we gewoon losgeslagen?

Friday, 16 March 2012

Just do it.


Ik heb het eindelijk gedaan. De telefoon opgepakt en gebeld. Zonder nadenken, zonder twijfelen. Ik ga het gewoon doen. Het leven draait immers om risico’s nemen, toch? Op je bek durven gaan, en dat terwijl de hele wereld toekijkt. Bijvoorbeeld je haar laten knippen bij Kinky Kappers: Grote kans dat je met paarse spikes weer de deur uit gaat terwijl je om een gooische cut met coupe soleil hebt gevraagd. Of je laten inspireren door Lady Gaga en in combinaties verschijnen waar ons kikkerland de komende 100 jaar nog niet klaar voor is. Of mee doen aan The Voice kids. En dat je dan het vriendje van het zoontje van Marco Borsato bent, maar dat zelfs hij zich niet omdraait. ‘Putting yourself on the line’ noemen de Engelsen dat. Dus dat ga ik doen. Op die lijn zitten. Of eigenlijk liever ertussen. Er dan heel netjes met 120 km per uur over de ring van Amsterdam razen. Invoegen, uitvoegen, hellingsproef, fileparkeren en andere fratsen. Dat ik de hele wereld mee laat kijken is natuurlijk een keus. Al is er vrij weinig meer geheim te houden. Zodra ik het woord ‘rijles’ of ‘afrijden’ uitspreek houden mijn vrienden en familie standaard hun adem in. Behalve mijn moeder. Zij is al lang blij dat ik elke keer zak, want zo kan ik mezelf tenminste niet ‘in de prak rijden op de snelweg’. Thanks for the vote of confidence mom… Om het onderwerp verder op te blazen heb ik nu ook 35 collega’s die over mijn schouders meekijken. Mijn werk bestaat voor 70% uit het bezoeken van klanten. De eerste paar keer dat er een sleutel voor mijn ogen heen en weer geschud werd kon ik nog wel een excuus verzinnen. Maar na een paar weken begon men zich toch af te vragen waarom ik nooit achter het stuur wilde plaatsnemen. De reactie ‘ik laat me liever rijden’, maakte me nou niet bepaald populair. Dus heb ik schoorvoetend moeten toegeven dat ik nog geen rijbewijs had. Okee, ik was al 7 keer gezakt. De twee weken van schuine grappen, theorieboeken en krantenartikelen over ongelukken op mijn bureau liet ik maar over me heen komen. Het enige wapen dat je dan nog over hebt is zelfspot. Dat en eerlijk zijn, want dat werkt ONTWAPENEND. Mochten je collega’s nou echt van steen zijn, smeer dan wat blistex onder je ogen voor special effects.

Ik heb net een korte memo rondgestuurd waarin ik iedereen op de hoogte heb gesteld van het heugelijke feit dat ik opnieuw plaats ga nemen achter het stuur. De schouderklopjes, bloemen en taart zullen zo wel komen. Of anders op z’n minst als ik voor de 8e keer gezakt ben…

Tuesday, 28 February 2012

Bang Bang


De wekker gaat. Het is vroeg. Te vroeg. Met een vermoeide zucht sla ik de dekens van me af en loop op automatische piloot naar de wc, en door naar de douche. Eenmaal onder de hete stralen pak ik de shampoo fles. Jammer genoeg doe ik dit met iets te veel kracht waardoor het hele rekje van de muur dondert en alle overige flessen in de douchebak vallen. Dit voelt nu al niet als mijn ochtend. Na 10 minuten voor mijn kast twijfelen wat ik aan moet doen, kies ik voor een zwarte saaie begrafenis outfit. Even geen inspiratie. Door de motregen fiets ik naar kantoor, gooi m’n fiets in de stalling en stap de lift in. Mijn zojuist gefohnde haar plakt in slierten op m'n voorhoofd. Nu doet het feit zich voor dat ik op de 20e verdieping werk. Dat betekent dat er van -1 naar 20 erg veel potentiele stop momenten zijn waar dierbare collegae instappen, dan wel uitstappen. Op de eerste verdieping stappen 18 natte mensen de lift in, terwijl ik verdrukt in een hoekje sta. Mijn buurman staat met brute kracht in mijn gezicht in- en uit te ademen. Ik vraag me af of hij z’n tanden wel heeft gepoetst. Naast hem staat een erg gezellige en vooral positief gestemde miep van de marketing afdeling. ‘Goedemorgen allemaal, wat een weertje he?’, lacht ze ons tegemoet. Vervolgens zegt ze met een brede glimlach tegen IEDEREEN die uitstapt ‘daaag, fijne dag, werk ze he, tot ziens!!’ Dit vrolijke getjirp moet ik 15 keer aanhoren, omdat we op 15 verdiepingen stoppen. Een half uur later stap ik eindelijk op mijn afdeling uit en sluip naar mijn bureau, m’n gezicht verbergend achter een krant. Zodra ik zit komt collega D naast me staan. ‘Zo, goedemiddag, had jij de ochtend vrij genomen?’ Ik kijk snel op mijn horloge. Het is 08.50. ‘Eh ja, de lift was ook nogal druk’, mompel ik. Snel pak ik mijn waterflesje en wil naar de keuken lopen om hem te vullen. ‘Ho ho ho’, roept D me achterna. Ik kijk om. Hij zwaait met het rode DE rekje. ‘Als je toch loopt mag je best koffie voor ons meenemen’, knipoogt hij me toe. Met een zure glimlach trek ik het rekje uit zijn hand, kijk de kamer rond en roep ‘Ok, voor wie kan ik iets meenemen’? Binnen twee seconde krijg ik 10 orders naar m’n hoofd gesmeten. Een koud water, een heet water, een cappuccino met suiker, een koffie zonder suiker, een koffie met melk maar zonder suiker, een thee, een thee met melk etc. Ik gris een post-it van mijn bureau en schrijf alles gedwee op, en sta vervolgens 20 minuten lang koffie te tappen bij de DE automaat. Eenmaal terug op mijn plek, na alle koffie’s uitgedeeld te hebben (geen fooi), log ik in. D zakt in een stoel naast me. ‘Zo, jij kan chagrijnig kijken zeg!’. Ik dwing mezelf te glimlachen. Ik dwing mezelf een grapje terug te maken. Ik houd mezelf voor dat ik te allen tijden vriendelijk, positief, en gezellig moet zijn. In plaats daarvan zeg ik ‘Weet je D, ik ben gewoon niet zo’n ochtend mens. Ik drink graag eerst zelf koffie voordat ik die van anderen moet halen. Ook ga ik het liefst met een lease auto naar kantoor, in plaats van op de fiets. En als we dan toch bezig zijn, wil ik ook graag mijn eigen lift. Natte mensen stinken.’

Vriendelijk, positief en gezellig. Ik heb deze houding precies 6 weken uitgehouden in mijn nieuwe baan. But I think I just killed it…

Wednesday, 11 January 2012

Fit or Fat?


Ilovefashionnews heeft vandaag een interessant artikeltje gepubliceerd – gebaseerd op het Plus Model Magazine. De rode draad van het verhaal is grofweg dat modellen nog dunner zijn geworden, en dat zelfs volslanke modellen zijn afgevallen. Dit impliceert dat de ‘gemiddelde’ vrouw dus ook een stuk dunner zou moeten zijn. Werd je vroeger een plus-size model met maat 48, vandaag de dag kan je dat al zijn met maatje 44. En dit vind de Nederlandse vrouw vervelend. Heel vervelend, want wij zijn over het algemeen gezegend met een wat grovere bouw (en bijbehorende bos hout) dan Les Petites Filles uit Parijs of andere godinnen uit de meer perifere Europese lidstaten. Tja, wat moeten we van bovenstaand plaatje nou vinden? Laat ik voorop stellen dat anorexia absoluut niet het Best Verkozen Dieet is. Maar om heel eerlijk te zijn, mag de volslanke Schone Blonde wat mij betreft wel wat kilootjes verliezen. Eigenlijk ambieer ik geen van beide extremen die hierboven uitgebeeld staan, en ik denk dat niemand dat moet doen. De tijden zijn een beetje veranderd. Althans dat hoop ik. We leven niet meer in de Rubens Era waar het aantal vetrollen gelijk stond aan het aantal nullen op je (destijds nog niet bestaande ) bankrekening. Er bestaat geen lineair verband meer tussen dik zijn en ‘leven in weelde’. Tegenwoordig is overgewicht eerder iets wat thuis hoort bij de wat minder rijkelijk bedeelde sociale kringen. Graatmager en als zombie door het leven gaan is evenmin een goed idee. De schoonheidsprijs ga je er niet mee winnen, en het is vooral gevaarlijk. Het Ideale Plaatje van nu draait toch meer om gezond en verantwoord leven. Veel groente en fruit, liters thee en water drinken, niet te veel rood vlees en vooral veel vis/tofu/tempeh/vegaburgers etc. En er mag best hier en daar chocola, pasta en kaas gegeten worden, maar dit dan in combinatie met hatha- of bikram yoga, pilates, body balance of andere geestverruimende sporten. De wat aardsere types doen overigens liever mee aan de laatste hype: Bootcamp. Maar in een notendop is dit het ideaal. We leven gezond, doen aan bio, eco en duurzaam, en belanden daardoor netjes in het groene ‘veilige’ vakje van de Body Mass Index Indicator. Alle mensen de wijzer richting oranje of zelfs rood zien gaan, doen iets fout. Ze eten te veel of te weinig en sporten te weinig of te veel. Ja, en dan moet je daar iets mee gaan doen. Tenzij je bij Wendy van Dijk in Obese wil zitten, of half stervend bij Oprah Winfrey op de bank wil hangen, moet je gewoon een paar hele simpele dingen doen: 1) stoppen met eten als je geen trek meer hebt en 2) jezelf op die loopband zetten en op drukken.

Iedereen kent wel van die vrouwen die zichzelf dramatisch op de grond werpen en roepen: ‘Haal die zak chips bij me weg, want ECHT HOOR, anders eet ik hem helemaal op!!!’

Dude. Where is your selfcontrol…?

Friday, 6 January 2012

Je bent wat je doet


Ik ben net met een nieuwe baan begonnen. Nieuwe afdeling, nieuwe mensen, nieuw management. Om het bureaucratische geregel van toegang tot systemen kortstondig te ontvluchten ging ik even ‘een bakkie’ doen met collegavriend F van mijn oude afdeling. Zijn vriendin is ook net met een nieuwe baan begonnen. F vertelde me dat hij een beetje zenuwachtig is over deze nieuwe baan. Het is hem namelijk al twee keer eerder overkomen dat zijn vriendin hem kort na de start van een nieuwe baan verliet. Hoewel ik hem probeerde te sussen met kreten als ‘stom toeval’ en ‘dit keer gebeurt dat echt niet’, overrompelde hij me met een scherp doordachte analyse, waarvan de rode draad als volgt luidt: 'We zijn wat we doen.' Het concept is vrij simpel. Wij als Ex-Adolescent-Bijna-Volwassenen (EABV) identificeren ons met de mensen en de wereld om ons heen. We doen dit in grotere mate dan Uitgebalanceerde Ervaren Volwassenen (UEV). Met relatief gemak ontdoen wij ons van normen, waarden, principes en gedragsregels die we ons eigen hebben gemaakt in een vorige baan, en passen ons aan de nieuwe omgeving aan. Dit kameleongedrag klink misschien een beetje overdreven, maar zit er een kern van waarheid in. In mijn eerste baan werd ik voortdurend ‘knor’ genoemd door ex-collegavriend T omdat ik dingen als ‘koelkast’ en ‘overhemd’zei. Nee, dat kon ab-so-luut niet! Het was ‘ijskast’ en de mannen dragen een ‘shirt’. Zijn corrigerende tik heb ik overgenomen, en op mijn nieuwe afdeling denken ze daardoor dat ik persoonlijk de invulling van Jort Kelder’s Hoe Heurt Het Eigenlijk heb bedacht. Ik werd er niet populairder op en besloot mijn strategie te veranderen. Mijn huidige collega’s hebben het nu luidkeels over het heerlijke gebak dat op Pietjes bruiloft werd geserveerd, terwijl ik bedachtzaam mee knik. Als T hierbij was geweest had iedereen al lang een oorvijg gehad met de belangrijke levensles dat het ‘taart’ is die op het ‘huwelijk’ werd geserveerd. Het is maar een voorbeeld. De twee ex-vriendinnen van F kregen beiden een baan in een wat linksere sector. Het duurde niet lang voordat zij F – die bankier is -, in de steek lieten. Opeens was zijn karakter toch wel erg oppervlakkig en op geld belust. Wat voegde hij nou eigenlijk toe aan de maatschappij? F was in de war, hij was toch altijd al zo geweest? Het enige wat hij eruit kon concluderen was dat we kennelijk zijn wat we doen. We passen ons aan om te overleven. Als ik die toffe M&A gozertjes voorbij zie marcheren in hun kekke pakkies en gladde praat denk ik dat hij de spijker op z’n kop slaat. Daar zit namelijk mijn buurjongen van vroeger bij die ooit heel rustig en verlegen was.